Bij het begrip Dark Tourism denk je misschien aan iets dat thuishoort in de diepe krochten van de nacht en aan illegale zaken. Dan heb je het mis. Want bijna iedereen heeft zich weleens ‘schuldig’ gemaakt aan Dark Tourism, terwijl het meestal best onschuldig is. Dark Tourism vind je op meer dan 800 plaatsen in 108 verschillende landen…

Karel Werdler

“Veel mensen hebben een negatieve associatie bij Dark Tourism, dat komt voornamelijk door het woord ‘dark’. Maar het is een begrip dat een aantal soorten toerisme bij elkaar brengt. Volgens de definitie gaat het om toerisme naar plekken die te maken hebben met de dood, lijden en schijnbare macabere, zoals begraafplaatsen en slagvelden, maar ook attracties als The Amsterdam Dungeon”, zegt Karel Werdler (senior lecturer aan Hogeschool Inholland Tourism Management en betrokken bij het Institute of Dark Tourism Research (IDTR) van Central Lancashire University). Dark Tourism kan je verdelen in drie categorieën: van heel donker – zoals Auschwitz – tot heel licht waarbij de nadruk ligt op entertainment, zoals het Torture Museum Amsterdam. Daar tussenin zitten de slagvelden uit de Eerste Wereldoorlog, maar ook Waterloo en begraafplaatsen. Werdler: “De schakering van licht naar donker is mede afhankelijk van hoelang een gebeurtenis is geleden. De Tweede Wereldoorlog is bijvoorbeeld voor de kinderen van nu lang geleden, zij kunnen hier moeilijk aan relateren. Maar deze oorlog zal voor iemand die er familieleden door heeft verloren van een heel andere betekenis zijn. Voor die kinderen is de Tweede Wereldoorlog dan ook minder duister, maar voor de ander inktzwart. Auschwitz zal voor mensen met een Joodse achtergrond van andere betekenis zijn dan voor iemand met een geheel andere cultuur. In welke categorie Dark Tourism valt, heeft vaak te maken met persoonlijke culture achtergrond.

De dood als hoofdthema
De interesse in Dark Tourism werd lang geleden bij Werdler aangewakkerd, toen hij als reisleider in Europa en daarbuiten aan het werk was en weleens het verzoek kreeg om een begraafplaats te gaan bezoeken. “Die vraag vond ik in het begin maar vreemd. Vakantie is voor mij zon, zee en leuke dingen doen en daar hoort het bezoeken van een begraafplaats niet bij. Maar juist die tegenstelling integreerde me.” Hij besloot het te onderzoeken en is nu opdrachtgever vanuit het Institute of Dark Tourism Research in Lancashire en heeft het boek ‘Dark Tourism, de dood achterna’ geschreven. “Ik ben vervolgens naar de begraafplaats in Wenen geweest en dat vond ik cultuurhistorisch erg interessant. Ik zag de graven van verschillende beroemdheden; van Falko tot Beethoven en nog veel meer. In Azië heb ik een paar plekken gegidst waar de dood het hoofdthema was. Dat vond ik vanuit cultureel antropologische belangstelling enigszins begrijpelijk, maar ook wel weer gek. Ben je in India en dan wil je het cremeren van Hindoestanen in Varanasi zien. Ik vind vooral de motieven interessant.” Als ander voorbeeld noemt Werdler de rondreizen in Indonesië waarbij vaak de doden- en grafcultuur van Sulawesi centraal staan. Toeristen worden tijdens een uitvaart hartelijk ontvangen, krijgen wat te eten en kunnen mee dansen. “Stel je eens voor dat een groep Japanners zich aansluit tijdens een begrafenis in Nederland. Dat vinden we maar raar. Ik vind vooral de combinatie van vakantie en omgaan met de dood interessant. Ik denk overigens dat dit voor veel mensen een trigger is, want de dood is het laatste onbekende.”

Graf van beroemdheden
De uitvaartbranche en musea spelen steeds vaker in op het fenomeen Dark Tourism, maar dat zal de reissector niet zo snel doen. “Voor reisbedrijven zal het niet gemakkelijk zijn om reizen te verkopen die met de dood in verband gebracht kunnen worden. Er zijn wel een aantal touroperators die reizen organiseren naar slagvelden, het zogenaamde Battlefield Tourism dat in Engeland en Amerika erg populair is. Er zijn ook touroperators die pelgrimsreizen en historische militaire reizen organiseren. Maar dan heb je het in Nederland wel gehad. Dat wil niet zeggen dat er geen geld mee te verdienen valt, maar in Nederland is de markt relatief klein en ook nog niet zo bekend. Ik weet ook niet of de markt groter kan worden. Ik vind het overigens terecht dat touroperators terughoudend zijn in Dark Tourism, want als het bestaande aanbod wordt uitgebreid met dood en verdoemenis dan kan dat een negatieve uitwerking hebben. In Amerika is er overigens wel een touroperator die zich uitsluitend met Dark Tourism bezighoudt, Holocaust Tourism. Ik vind dat een zeer onsmakelijke titel. En in Engeland bestaat een bedrijf waarmee je tegen forse betaling naar conflictgebieden kan. Dan loop je zwaarbeveiligd door Syrië of Somalië. Ik vind dat geen gezond toerisme, maar aan de andere kant is het wel interessant om te zien wat de beweegredenen van zo’n iemand zijn. Daar wordt veel onderzoek naar gedaan.” Om het wat dichterbij huis te houden, wordt er ook onderzoek gedaan naar waarom mensen begraafplaatsen in andere landen bezoeken. Volgens Werdler kan dat variëren van heel erg geïnteresseerd zijn in de cultuur en dan met name hoe een land omgaat met hun overledenen. “Een begraafplaats in Nederland is zo anders dan die in Italië. In Nederland is de dood ook veel minder aanwezig dan bijvoorbeeld in Mexico, Spanje en Italië. Daar is het uitbundiger en dichtbij. Anderzijds zijn mensen geïnteresseerd in begraafplaatsen, omdat er beroemdheden begraven liggen of uit kunsthistorisch oogpunt. Maar sommigen gaan ook omdat de begraafplaats de rustigste plek van een stad is.”

Taboe
Ondanks dat er in Nederland geen touroperator is die alleen maar Dark Tourism aanbiedt, leeft het – misschien onbewust – wel onder Nederlandse reizigers. “Mensen gaan tijdens hun vakantie vaak naar locaties die met Dark Tourism in verband kunnen worden gebracht, zoals het 9/11 Memorial in New York of het Robbeneiland in Zuid-Afrika. Maar in al die tijd dat ik onderzoek doe naar Dark Tourism ben ik slechts twee mensen tegengekomen die openlijk toegeven een Dark Tourist te zijn. Er heerst toch een bepaalde taboe op. Mensen vertellen niet graag dat ze tijdens hun vakantie duistere attracties gaan bekijken. De belangstelling voor de dood is niet sociaalwenselijk en al helemaal niet als het in verband wordt gebracht met de vakantie. Het is een behoorlijke tegenstelling.” Op de vraag of Werdler elke zaterdag op Zorgvlied in Amsterdam – waar veel bekende Nederlanders begraven liggen – te vinden is, antwoordt hij: “Nee, hoor. Maar dit is overigens wel een van de weinige begraafplaatsen in Nederland waar je een rondleiding kunt krijgen compleet met gidsboek. De toeristische infrastructuur is bescheiden, maar wel aanwezig. Wat meespeelt is dat steeds minder mensen ervoor kiezen om begraven te worden, begraafplaatsen zoeken dan naar andere verdienmodellen en dit is er een van.”

Indruk
Auschwitz heeft de meeste indruk achtergelaten op Werdler. Het concentratiekamp nabij Krakau in Polen wordt jaarlijks door ruim één miljoen mensen bezocht. “Ik was er eind jaren ’70 en toen was het nog niet de ‘attractie’ die het nu is. Ik vond het erg aangrijpend en wil er geen tweede keer meer naartoe. Ik vind het wel goed dat ik het een keer heb gezien, maar vond het naar genoeg om te zien. Auschwitz is een voorbeeld van Dark Tourism waar je de geschiedenis echt kan voelen. Het is daar echt gebeurd en dat trekt mensen aan. Door deze plekken te bezoeken, zien mensen het als iets dat echt gebeurd is en niet meer als een verhaaltje uit een boek. Een andere indrukwekkend Dark Tourism is de begraafplaats Staglieno in Genua, een prachtige beeldenverzameling. Alle stijlen uit de negentiende eeuw zie je er.” Maar bij sommige facetten van Dark Tourism trekt Werdler zijn wenkbrauwen op, zoals de Killing Fields in Cambodja. “Ik vind het vreemd dat dit is ontwikkeld tot een toeristische attractie. Wellicht heeft de film Killing Fields ermee te maken, die was er namelijk eerder dan de Killing Fields als attractie. Het Genocidecentrum in Kigila, Rwanda vind ik erg aangrijpend om te zien. Buiten Kigali zijn er nog een aantal plaatsen waar de gevolgen van de genocide nog beter zichtbaar zijn en dus harder binnenkomen. Maar Varanasi in India vind ik toch wel het meest fascinerend, hoe mensen in een totaal andere cultuur met de dood omgaan, vooral omdat daar toeristen doorheen lopen. Hoe meer je van Dark Tourism weet, des te meer plekken je uit fascinatie wil zien.”

Ethiek
Een crematie van een wildvreemde in India van dichtbij zien, de witte rozen bij de namen van de slachtoffers van 9/11 aanschouwen en de gaskamer in Auschwitz binnenlopen, hoe ethisch verantwoord is het allemaal? “Dat is een vraagstuk waar Dark Tourism steeds vaker tegenaan loopt. Wat ga je wel of niet laten zien? Hoe pak je het dan in? Wat is het verhaal dat je wil vertellen? Met name in Auschwitz komen veel vloggers en snapchatters, die ter plekke foto’s of video’s van zichzelf aan hun volgers laten zien. De ethiek gaat steeds vaker een rol spelen.”

Bucketlist
Ondanks dat hij al veel van Dark Tourism wereldwijd heeft gezien, wil Werdler ooit nog een keer naar Tsjernobyl dat zich als toeristische attractie heeft ontpopt. “Ik zou weleens willen zien hoe dat allemaal in zijn werk gaat, ik hoorde namelijk dat je er een zendertje meekrijgt om de radioactiviteit te meten. Hoe is het georganiseerd, wat is het verdienmodel en is het allemaal wel ethisch verantwoord? Ik weet namelijk ook dat er allerlei souvenirs te koop zijn. Als wetenschapper en toeristisch professional kijk je er toch met andere ogen naar. Als ik een keer in buurt ben, ga ik het wel bezoeken. Maar ik heb geen donkere bucketlist. Integendeel zelfs.”

Dark Tourism, de dood achterna
In al die jaren onderzoek doen naar Dark Tourism, verzamelde Karel Werdler genoeg materiaal om een boek mee te vullen. Dat heeft hij dan ook gedaan. Dark Tourism, de dood achterna is geen reisgids en ook geen wetenschappelijke verhandeling, maar hiermee wil Werdler inspiratie geven om deze bijzondere plekken te bezoeken, of om daar onderzoek naar te doen. “De dood is geen attractie, maar wel universeel en vaak vreemd of beangstigend, en zoals zal blijken maar al te vaak het object van onze toeristische fascinatie.”

Foto: Ben Bryant/Shutterstock.com en Karel Werdler.