De Spits kopte vandaag: ‘Woning is te vaak hotel!’ De Telegraaf verwijst met ‘Woning als hotel verhuurd’. De Koninklijke Horeca Nederland heeft iets los gemaakt met haar opmerking over sociale travelsites, waarbij particulieren hun onderkomen aan andere verhuren, oneerlijke concurrentie vindt. KHN geeft aan dat de branche het oneerlijke concurrentie vindt omdat hotels aan allerlei eisen moeten voldoen en woningen geen enkele keuring hoeven ondergaan.
De Crisis
Daar is ie weer, de crisis, die zorgt er namelijk voor dat mensen iets bij moeten verdienen door hun huis als hotel aan te bieden als ze zelf toch weg zijn. Volgens de Spits gaan sommigen van de huizenaanbieders zelfs bewust een weekendje bij hun ouders logeren om zo geld te verdienen.
Joris Prinsen, woordvoerder van KHN tegen Spits:
Wij snappen dat de tijden veranderen. Door social media houd je dit soort praktijken niet tegen. Het ontwikkelt zich heel snel en we willen daarop inspelen. Hotels dienen aan belangrijke waarborgen te voldoen. Er moet toeristenbelasting worden betaald en er is veel aandacht voor brandveiligheid. Dat geldt allemaal niet voor de woningen die te huur zijn. En dat willen we veranderen.
Imagoschade
De Spits geeft aan: De hotels lopen veel geld mis, want duizenden particulieren bieden op social travelsites als Wimdu en Airbnb hun onderkomen aan toeristen aan. Al voor tachtig euro per nacht is er bijvoorbeeld een appartement met drie slaapkamers in Maastricht te boeken.
Joris:
Natuurlijk speelt het mee dat het de echte hoteliers geld kost, maar we hebben als branchevereniging ook te maken met het imago van de hotels. Laatst vloog in Amsterdam een pand in brand waarbij doden vielen. Die eigenaar verhuurde kamers en daarom werd overal geroepen dat er een hotel was afgebrand. Dat doet ons imago geen goed.
Binnenkort gaat de hotelbranche om de tafel met Verenigingen van Eigenaren en de Wethouder Wonen van Amsterdam. Zij willen duidelijkheid krijgen in wanneer je een illegaal hotel bent en wanneer niet. Alleen dan kunnen er afspraken gemaakt worden.
De behoefte van de reiziger?
Mist hierbij niet de behoefte van de reiziger? Er wordt hier een duidelijke focus gelegd op financieel vlak en het imago van hotels. Echter ook logisch als je bedenkt dat schijnbaar toch social travelsites inkomsten weg zouden snoepen bij hotels. Dan is het begrijpelijk dat ze zich hier druk over maken, maar is de klant niet degene waar je je als hotel op focussed?
Misschien geven dit soort sites namelijk juist de behoeften van de reiziger wel heel duidelijk weer. Het in contact komen met de local, die unieke ervaring, is iets waar hotels misschien juist heel mooi op in zouden kunnen spelen. En anders.. hebben ze wellicht een heel andere doelgroep dat de social travelsites hebben.
Kortom: Zijn social travelsites een bedreiging voor hotels? Ik ben erg benieuwd hoe iedereen over deze kwestie denkt en hoe het daadwerkelijk wordt ervaren. Laat vooral een reactie achter in de comments.
8 reacties
Hoi Annelies, goed punt dat je aankaart. Ik kan me goed voorstellen dat hotels het hier lastig mee hebben. Hotels hebben te maken met een behoorlijke regeldruk, die veel tijd en geld vraagt. Het is dan pijnlijk als je klanten ziet weglopen naar concurrenten die niet met die wetgeving rekening hoeven te houden. Je hebt daarnaast een terecht punt dat de reiziger daar wellicht weinig boodschap aan heeft. Ik kan me nog levendig herinneren dat ik naar Azië reisde, waarbij de eerste stop Kuala Lumpur was. We verbleven niet in een chique hotel, maar in een guesthouse in het centrum van de stad. De locatie was top, de privacy bijna nul (je sliep achter een schot), maar de eigenaar vertelde je met liefde over de stad, gaf nuttige tips en stond iedere ochtend om 5 uur op om vers bananenbrood te bakken. Dat is een ervaring die maar weinig hotels me geboden hebben en die ik niet snel zal vergeten. En het bieden van een dergelijke ervaring is iets waar hotels iets mee zullen moeten. De prijs is volgens mij namelijk niet de dominante factor als het gaat om de keuze.
Eens: Mijn leukste guesthouse in Azië was in Ubud, Indonesië, een iets duurder guesthouse dan normaal (soms moet je voor een paar euro splurgen als je aan het backpacken bent), en ik had een gigantisch mooie kamer. Maar daar hadden ze hun woonkamer eigenlijk buiten, onder een afdakje met daaronder een gezellig aangeklede woonkamer, zoiets als die van mijn oma vroeger.
Ik was alleen aan het reizen en ze nodigden me bij thuiskomst van mijn bezienswaardigheden dan ook veelvuldig uit om bij ze te komen zitten, de dagelijkse soap mee te kijken en een hapje mee te eten. Mijn avonden waren goedlachs gevuld met mensen die ik niet begreep, een soap die ik niet kon volgen, maar wel met een enorm leuke, locale ervaring. Dat was me die paar euro extra meer dan waard.
Ik denk daarom zeker dat de meerwaarde in een locale ervaring kan zitten. Nou is dat voor een groot hotel misschien niet op deze manier mogelijk, maar wel degelijk op een andere manier. Biedt hen een locale ervaring aan, mochten ze daar behoefte aan hebben, dan is dat een flinke toevoeging op hun beleving van het hotel en de destinatie. Maar misschien zit ik in een andere doelgroep! 😉
Hoteliers moeten niet zeuren.Amsterdam is een emancipatie-machine.Het gehijg naar het zgn. hogere segment van overheid en branche suggereert dat eenieder
100-200 E voor een overnachting kan ophoesten . Dat is gewoon niet zo.
In 1972 -73 was ik medewerker van Zomer Jeugd Accomodatie Amsterdam-het Vondelparkproject.Dat was een hype van jewelste,half Europa moest zonodig in het Vondelpark in de openlucht slapen.De gemeente improviseerde vrij primitieve voorzieningen.
Ik ben ervan overtuigd,dat een deel van de jeugdigen van destijds,altijd een warm plekje voor de stad hebben gehouden,en er thans congressen organiseren etc. als ze de keus hebben tussen een aantal steden.
Campings als Zeeburg en Vliegenbos vervullen nu ’s zomers een dergelijke funktie,maar in de winter heb je niks voor bijv.Oost Europese studenten,voor wie zelfs Stayokay en andere hostel-tarieven een belemmering vormen.
Couchsurfing is een goed middel om dat te overkomen.Graag zou ik mijn logeerkamer ook tegen vergoeding beschikbaar stellen,maar uit een recent vonnis begrijp ik dat dat je dan uit je huis gezet word door huiseigenaar,dus ik subsidieer de kosten maar; liever dan door hoepels te springen als-huisbaas om toestemming vragen-indien hij die al verleent-een soort bedrijfje op te richten/mij in te schrijven bij de Kamer van Koophandel/soort van zzp’er te worden/een paar duizend E te betalen wegens gedeeltelijke woningontrekking,nl. 1 kamer tot bedrijfsruimte maken/extra brandvoorzieningen te doen aanleggen (die blijkbaar voor gewone amsterdammers niet nodig zijn)/boekhouding te voeren ter inzage
door god mag weten wat voor instanties allemaal/toegang te verlenen tot hygiene-inspecteurs + hun voorschriften op te volgen.
Dit is meer slavernij,als ondernemen.Het gedoe niet waard,en een brede uitnodiging tot ontduiking,ja zelfs criminaliteit in de ogen van overheid en hoteliers.
Veel geluk met jullies dooie stad,hoteliers en overheid,waar geen ruimte is voor informele wederzijds bevredigende overeenkomsten tussen inwoners en jullies kamermeisjes en keukenpersoneel ! Hoe hoger je je segment wilt,hoe meer je de poten onder je stoel vandaan zaagt – en erger,van de stad.
keukenpersoneel
niet nodig zijn)
Aardige illustratie van mijn gevoelens,die je makkelijk als individueel-impressionisties kunt wegzetten,vind ik toevallig in een boekje “The Gated City”van Ryan Avent (Kindle e-books):
“America’s most innovative cities have become playgrounds for the rich,repelling a cost-conscious middle class and helping to concentrate American wealth in the hands of a few.Unless these cities can provide a high quality of life to average households,American economic stagnation will continue.”
Hoewel dit over inwoners gaat en niet over tijdelijke bezoekers,meen ik dat er duidelijke paralellen zijn.Amsterdamse hoteliers moeten blij zijn met allerhande goedkope of zelfs gratis overnachtingsmogelijkheden voor de gaande en komende man. Het is een bewijs,dat de stad leeft,en dat ook in de toekomst zij van een kostje verzekerd zijn.
Met dromen van een overnachtingsmonopolie tegen forse prijzen in een geheel
gedisneyficeerde en gejuppificeerde (binnen)stad-zie het verschrikkelijke voorbeeld Venetië -kom je er niet.
En hou op met het reglementeren,criminaliseren,uitsluiten wegens zogenaamde concurrentie door minder dure en formele vormen van gastvrijheid.In een beetje stad vullen allerlei vormen elkaar prima aan-zorgen voor dynamiek en leven.Ook dat van jullie.
Ik ben het heel erg eens met de opmerking dat er op de behoefte van de reiziger wordt ingespeeld. HomeFoodHolland merkt dat aan de reacties van haar reiziger-gasten. Bijna nergens kan je in Nederland Hollands eten. Er is wel een grote behoefte van reizigers die ons land aandoen om het land door middel van het eten beter te leren kennnen. Restaurants hebben dat stuk van de markt grotendeels laten liggen. Pannenkoek of stampot daargelaten.
When in Holland, eat like the Dutch eat, is mijn motto. Maar waar vindt je als toerist een Hollandse maaltijd en een mogelijkheid de locals alles over hun cultuur te vragen in een ongedwongen sfeer? Bij de mensen thuis!
Juist die enkele toerist of gast die local ontvangt bij hemzelf thuis maakt dat hijzelf ook op een heel andere manier naar zijn eigen cultuur en zijn voedsel aan gaat kijken. Je gaat zelf ook een beetje op reis. Een win-win situatie voor beide kanten .
Dag Marijke,
Mooie reactie en mooi motto. Ik ben het helemaal met je eens, ben zelf ook meermalen host voor Couchsurfing geweest en dat verrijkt mijn gast en mij allebei. Zij krijgen het dagelijks leven van mij als Nederlander te zien, maar ik vuur ook ontzettend veel vragen hun kant op over hun cultuur en maak zo ook een beetje kennis met die cultuur.